Inzichten

Native advertising schaatst almaar beter op glad ijs

Kan je native advertising correct en kwaliteitsvol toepassen in sectoren die kritische en onafhankelijke journalistiek zeer hoog in het vaandel dragen? In drie voorbeelden leggen we uit hoe dat kan in domeinen zo fragiel als literatuur, wetenschap of sport.

Toen native advertising tien jaar geleden de neus aan het venster stak, kon de techniek rekenen op de nodige kritiek: dumping van reclame in de journalistiek, nefast voor de geloofwaardigheid of deontologisch niet oké. Anno 2023 is native advertising here to stay. Almaar meer voorbeelden tonen aan dat content die terechtkomt op een plaats die betaald werd door een adverteerder niet zomaar hoeft te leiden tot een eenzijdig commercieel ingestoken verhaal. Dat een hoofdredacteur laat weten dat “deze native net zo goed of zelfs beter op de redactionele pagina’s had gestaan” is een commentaar die ons bij SPYKE na aan het hart ligt.

Dat is echter niet het enige bewijs dat gefundeerde journalistiek en native advertising kunnen samengaan. Kijk je naar de sectoren waarin native zijn weg vond, dan zie je intussen cases in enkele zeer kwetsbare domeinen. Het zijn domeinen die erg gesteld zijn op gedegen journalistiek en niets moeten weten van merken die er via native advertising de journalistieke kantjes aflopen. We bekijken drie voorbeelden van dichterbij.

Borgerhoff & Lamberigts: native advertising in literaire journalistiek

Eind 2023 kwam uitgever en productiehuis Borgerhoff & Lamberigts met een eigen katern in De Standaard. Dit native katern balanceerde perfect op de slappe koord: voor elke lezer was het meteen duidelijk dat dit native was dankzij de titel van het katern (simpelweg ‘Borgerhoff & Lamberigts’), maar de integratie in de krant was naadloos.

  • Lay-out: een iets ander maar toch niet al te contrasterend lettertype en een herkenbare krantenvormgeving.
  • Structuur: een typische krantenopbouw met een duidelijke rubricering. Eerst nieuwsberichten, dan enkele korte formats en vervolgens ook lange interviews en zelfs (eigen) advertenties.
  • Inhoud: sommige formats hadden ook net zo goed in DS2, de weekendbijlage van De Standaard, kunnen staan.
  • Invouwing: een onverwachte maar doordachte techniek. Het katern was in De Standaard gevouwen op de plaats waar je normaal DS2 verwacht. Het katern ‘Mijn geld’ van De Standaard zat ook in het B&L-katern ingevouwen, op de plaats waar de lezer dat gewoonlijk in DS2 terugvindt.

Het enige werkpunt is dat de typische literaire journalistiek nog iets te vaak achterwege blijft. Met als baseline ‘Voor wie meer dan één mening verdraagt’ had het van moed getuigd om de eigen auteurs iets vaker een lastige vraag voor te schotelen.

De Spor: native advertising in sportjournalistiek

Van Mauve op Play Sports tot Formula 1: Drive to Survive en Tour de France op Netflix. De tijd dat je voor interessante sportdocu’s enkel maar bij Belga Sport terechtkon, ligt al even achter ons. Goede documentaires maken, is al langer een vast deel van een strategie om een sport of een sportclub vooruit te branden. De populariteit van Formule 1 is daar een exponent van, maar ook de Disney+-reeks ‘Welcome to Wrexham’ spreekt tot de verbeelding. De Hollywoodacteurs Ryan Reynolds en Rob McElhenney kochten twee jaar geleden de zieltogende Britse voetbalclub Wrexham en documenteren de terugkeer in hogere regionen van het Engels voetbal nauwgezet in een eigen docu. Die aanpak moet ook acteur Rik Verheye en podcastmaker Sam Kerkhofs hebben geïnspireerd toen ze in 2023 eigenaar werden van Sporting Hasselt. Intussen loopt op Go Play de docureeks ‘De Spor’. Verheye en Kerkhofs gaven zelf al aan dat ze het meer ‘met de voeten in de modder’ aanpakken dan Ryan Reynolds en accentueren dat ook in de docu. Ook stippen ze aan dat de reeks een voordeel is om spelers te strikken die meer dan anders op een lagere voetbalniveau in de sportlights staan. Maar los van dat stukje eigenbelang blijft ‘De Spor’ een interessant document van hoe een kleine club zich naar boven tracht te worstelen.

Nuclear Lifeline: native advertising in wetenschapsjournalistiek

Het oudste van de drie voorbeelden vinden we zowaar in de wetenschapsjournalistiek. Rond een gevoelig thema als kernenergie maakte het Nucleair Forum samen met National Geographic een reeks van documentaires die uitleggen welke rol nucleaire technologie speelt in de geneeskunde, maar ook in voeding, landbouw of de watervoorziening. De verschillende afleveringen tonen op onderbouwde manier aan dat die technologie niet te onderschatten is voor de antwoorden die we kunnen formuleren op de klimaatverandering.

Op die manier bracht de reeks belangrijke elementen aan in het debat over kernenergie dat toen en nu nog vaak draait rond de zekerheid van energiebevoorrading. Nuclear Lifeline is een voorbeeld dat intussen zeven jaar oud is, maar nog steeds als ijkpunt mag gelden omdat het als native advertising een heel journalistieke rol opnam: de reeks bracht nieuwe inzichten en nuances aan in een discussie die de samenleving sterk beroert.

Deze drie voorbeelden betekenen uiteraard niet dat native advertising voortaan de perfecte journalistiek brengt. We zien ze vooral als een oproep om te allen tijde in te zetten op de sterkst mogelijke content voor een native project. En om die content nadien kritisch onder de loep te houden, net zoals we dat doen met de redactionele (niet-native) journalistieke content.

Op zoek naar meer inspiratie of geweldige cases?

Blijf op de hoogte met onze nieuwsbrief!

    Duurzaamheidscommunicatie: waarom het een opportuniteit is

    Volgende inzicht